Toen de eerste gemotoriseerde bus werd uitgevonden, betekende dat een revolutie in het vervoer. Hij was sneller, goedkoper en beter voor het milieu dan paarden. Tegenwoordig zijn bussen een van de meest voorkomende soorten voertuigen ter wereld en vormen ze een belangrijk vervoermiddel over de hele wereld.
De eerste bus werd rond 1895 in Engeland ontwikkeld. Hij werd ontworpen door Frank Searle en was een soort dubbeldekker. Hij kon 20 passagiers vervoeren en 11 mijl per uur rijden. Hij werd in massa geproduceerd en werd al snel wereldwijd populair.
Het was ook het eerste type bus dat geproduceerd werd met een interne verbrandingsmotor, of motor. Hij werd gebouwd door Daimler en over de hele wereld verkocht.
Vroege bussen waren voornamelijk vrachtwagenchassis met daarop een buscarrosserie gemonteerd. Dit type bus bleef het dominante ontwerp tot de jaren 1920, toen het werd vervangen door de integraal-frame bus. De integraal-frame bus was 30 cm (12 inch) lager dan een vrachtwagenchassis, en het werd gebruikt om de eerste bussen met achterliggende motoren te maken.
In de VS maakten Mack en Yellow Truck & Coach vrachtwagens die gebruikt werden om bussen met een integraal frame te bouwen. Ze bouwden ook benzine-elektrische bussen met een gelijkstroomgenerator en een elektromotor aan de achterkant van het voertuig.
Ondanks de introductie van de auto blijft openbaar vervoer een vitaal onderdeel van veel moderne samenlevingen. Mensen gebruiken nog steeds bussen voor korte ritten, zoals naar kantoor of school.
In een aantal landen rijden nog steeds traditionele bussen met stoomaandrijving. Dat komt omdat ze betaalbaarder zijn dan een bus met dieselmotor, en omdat ze niet zo lawaaierig of vervuilend zijn op de weg.
Sommige steden, waaronder Shanghai, hebben batterijbussen ingevoerd – dit zijn elektrische bussen die energie uit hun batterijen gebruiken om de motor aan te drijven. Ze zijn stiller en stoten niets uit.
Een andere busvorm is de shuttlebus, die meerdere mensen tegelijk vervoert en geen chauffeur nodig heeft. Dit is vooral handig voor drukke gebieden zoals vliegvelden.
De bus is ook een zeer veelzijdig voertuig, en kan worden geconfigureerd om aan verschillende behoeften te voldoen. Hij kan bijvoorbeeld worden omgebouwd om gehandicapten of rolstoelen te vervoeren.
Hij kan ook worden aangepast om meer mensen te vervoeren, zoals een dubbeldekker of zitplaatsen aan de zijkanten en achterkant. Hij kan ook worden uitgerust met camera’s en sensoren voor verkeersdetectie en het vermijden van botsingen.
Hoewel ze vroeger niet zo populair waren, is busrijden de laatste jaren steeds populairder geworden. Het is een populaire manier om van en naar werk en school te komen, maar het kan ook een goedkope optie zijn voor mensen die geen toegang hebben tot een eigen auto.
Bovendien bouwt een groot aantal steden nieuwe transitroutes, zoals die in Londen en Parijs. In sommige steden worden buslijnen uitgebreid naar wijken die voorheen te voet onbereikbaar waren.